Toen en nu

HET IDEE

Hoe het begon

Op 30 augustus 1991 werd het initiatief tot aanleg van het ‘Bos der Onverzettelijken’ gelanceerd door de Stichting Samenwerkend Verzet 1940-1945.

Initiatief
Dit gebeurde door toenmalig voorzitter Peter Molthoff in zijn rede op de jaarlijkse ‘Dag van het Verzet’ te Nunspeet. De circa duizend aanwezigen waren afkomstig uit alle kringen van het voormalig verzet, ex-politieke gevangenen, en vervolgden tijdens de tweede wereldoorlog. Het initiatief om te komen tot een Nationaal Verzetsmonument werd enthousiast ontvangen.
 
Aan deze presentatie was uiteraard de nodige voorbereiding vooraf gegaan. Het idee voor de aanleg van een verzetsherdenkingsbos werd in de zomer van 1991 door Harry Verheij, oud-wethouder in Amsterdam en oud verzetsman, voorgelegd aan het bestuur van Stichting Samenwerkend Verzet 1940-1945.
 
Er lagen twee gedachten ten grondslag aan de keuze voor dit bos als monument:
  • Het is inmiddels meer dan 50 jaar geleden, dat er verzet ontwikkeld werd door inwoners van Nederland tegen bezetting en onderdrukking van ons land. Bij de herdenking van wat zich tussen 1940 en 1945 afspeelde, gaat het vooral om de vraag hoe contact te leggen tussen de gedachten en motieven van de generatie van toen en de jongere generaties, levend in een bewogen tijd vol snelle en ingrijpende veranderingen, voor wie het verzet geschiedenis is. De aanleg van een bos beantwoordt aan de wens om het heden en verleden toekomstgericht met elkaar te verbinden. Een bos is immers een levend blijvende herinnering. Gevarieerd als het verzet zelf was, legt het een levende band tussen het verleden van de verzetsstrijders en de toekomst van nieuwe generaties.
  • De tweede overweging was: Nederland telt vele monumenten, maar een plek waar alle gefusilleerde verzetsmensen tezamen worden geëerd ontbreekt. Hoe zou daarin beter kunnen worden voorzien dan door een gevariëerd bos, dat symbool staat voor alle vormen en facetten van het verzet, en evenveel bomen zal gaan tellen als er verzetsmensen voor de executiepelotons van de onderdrukker het leven lieten?
Koninklijke wens
In het voorjaar van 1991 vierden koningin Beatrix en prins Claus hun 25-jarig huwelijksfeest. Het koninklijk paar verzocht hen die een geschenk wilden aanbieden, dat te doen in de vorm van het planten van een boom. De Stichting Samenwerkend Verzet was van mening, dat een bos als monument prachtig bij deze koninklijke wens aansloot.
 
Realisatie
De Stichting Samenwerkend Verzet 1940-1945 besloot, als overkoepeling van alle organisaties van het voormalig verzet, ex-politieke gevangenen en vervolgden, de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de realisatie van ‘Het Bos der Onverzettelijken’.
 
Hiervoor werd een commissie ingesteld, bestaande uit:
  • Harry Verheij, voorzitter
  • Jan Oskam, vice-voorzitter
  • Siep Geugjes, secretaris
  • Jacques Batenburg, penningmeester
  • Bep Hoogenhout, secretaris financiële actie
Mevrouw Noortje van Oostveen, toenmalig hoofd voorlichting van de gemeente Amsterdam, adviseerde de commissie bij het uitwerken van de plannen.
In het comité van aanbeveling namen vele prominente Nederlanders zitting.
 

Geldinzamelingsactie

Medewerking van de gemeente Almere
Een belangrijke beslissing was de keuze voor de locatie van het bos. De voorkeur ging uit naar de, nog jonge, gemeente Almere. Daar was nog ruimte, maar vooral: het lag in het hart van het `nieuwe land’. Waar zou beter een bos kunnen worden aangelegd, dat beoogt een band te vormen tussen verleden en toekomst?.
De toenmalige burgemeester van Almere, drs C.H. de Cloe, werd hierover benaderd. Daarop werd door de gemeente Almere alle medewerking toegezegd.
 
  • Er werd een locatie toegezegd aan de Vrijheidsdreef, grenzend aan het al bestaande Hannie Schaftpark en een nog aan te leggen woonwijk, waarvan de straat- en pleinnamen ontleend zouden worden aan het verzet in de tweede wereld oorlog.
  • Gemeentelijke deskundigen verklaarden zich bereid om het bos in overeenstemming met de ideeën van de initiatiefnemers te ontwerpen en aan te leggen.